Onze school zet extra in op welbevinden en sociale vaardigheden. Hier wordt zowel in de klas als op de speelplaats aan gewerkt.
Bij de kleuters wordt er gewerkt met de axenroos. De axenroos geeft een eenvoudig en toch volledige kijk op hoe mensen zich ten opzichte van elkaar kunnen gedragen. Op een speelse manier leren kinderen mogelijke gedragsvormen verkennen en beleven. De dieren van de axenroos hebben allemaal hun eigen manier van doen, hebben allemaal hun eigen relatiewijzen. Het ene dier neemt graag de leiding, het andere volgt graag. Het ene dier helpt graag en nog een ander geniet ontzettend van cadeautjes en verwennerijen. Elkeen kan zich in relaties gedragen als verschillende dieren, maar toch kan één wijze wel sterker aanwezig zijn. Met het voorbeeld van deze dieren bij de axenroos, krijgen de kinderen beelden en woorden om hun gedrag te benoemen. Ze leren zichzelf beter kennen, leren conflicten helder bespreken en leren dat al deze types van gedragingen goed
zijn.
In de lagere school wordt er gewerkt met ‘Onze klas – ons team’. Aan de hand van deze methode worden kinderen sociaal competente personen die op een effectieve manier kunnen reageren op groepsproblemen en/of pesten en die hun verantwoordelijkheid in de groep kunnen opnemen. Kiko en Flo, de sfeermaatjes van de klas/school, bewijzen het: door de sociale vaardigheden te versterken en een positieve, veilige leeromgeving te creëren, kan onze school een fijne plek worden.
Aan de hand van proactieve cirkelgesprekken bouwen we positieve relaties op en versterken we deze. In de cirkelgesprekken luisteren we naar elkaar, delen we onze gedachten en gevoelens, durven we onze mening verwoorden, hebben we respect voor elkaars mening, is iedereen betrokken en heeft iedereen het gevoel dat hij/zij er bij hoort. In elke klas wordt er wekelijks een cirkelgesprek gedaan, ja hoor, ook in onze kleuterschool.
Het kunnen verwoorden van gevoelens is erg belangrijk. Daarom zetten we hier als school extra op in. We leren welke gevoelens er zijn, hoe we ons dan voelen, hoe we deze bij anderen kunnen herkennen, hoe we hiermee omgaan of op reageren. Om onze gevoelens beter te kunnen verwoorden, wordt er gewerkt met een gevoelenskaart. Deze kaart kunnen we raadplegen tijdens gesprekken wanneer het even moeilijk is om ons gevoel te bevatten of te verwoorden.
Toch zijn we ons er van bewust dat er ook momenten zijn waar onze leerlingen zich eens alleen, verdrietig of boos voelen en dat er ruzies of conflicten ontstaan. Ook hier hebben we verschillende initiatieven voor opgezet.
- Wanneer de leerlingen niemand vinden om mee te spelen of niet zo goed weten wat te doen, kunnen ze op de regenboogbank gaan zitten. Voor de andere leerlingen en/of leerkrachten is dit een duidelijk signaal en zij zorgen er dan voor dat de leerling mee kan spelen of de hulp krijgt die hij/zij nodig heeft.
- Als leerlingen zich boos voelen of even tot rust willen komen, kunnen ze naar de eitjes of schildpadhoek gaan, deze staan aan het secretariaat, onder de trap. Uiteraard kunnen ze ook steeds een gesprekje aangaan met de leerkrachten op de speelplaats.
- Bij klein of groot verdriet, bij kleine of grote zorgen kunnen de leerlingen een briefje schrijven (of tekenen) en in de uilenbus (postbus) steken. Ze kunnen, op deze manier, een gesprekje aanvragen met een leerkracht naar keuze.
- Bij conflicten of negatief gedrag kunnen de leerkrachten beslissen om de leerlingen naar de denkwolk te sturen. Op deze bank komen de leerlingen tot rust, denken ze na over wat er is fout gelopen en hoe ze het weer goed kunnen maken. De leerkrachten gaan steeds in gesprek met deze leerlingen. Bij ernstige feiten zal er steeds een gesprek met de directie of zorgcoördinator volgen.
Op dit moment werken we als school aan een verbindende communicatie. We vinden het belangrijk om duidelijk en met het nodige respect met elkaar te communiceren. Tijdens deze gesprekken staan gevoelens en behoeften voorop. Dit is nog een leerproces waarbij de eerste stappen reeds zijn gezet.